Weerspreuken

Voordat er betrouwbare weerinstrumenten waren , keken mensen naar de natuur om het weer te voorspellen. De verzamelde kennis werd veelal doorgegeven in de vorm van weerspreuken.
Weerspreuken zijn boerenwijsheden die soms kloppen, maar er soms ook faliekant naast zitten. De natuur laat zich nu eenmaal niet de wet voorschrijven. Toch stonden onze voorouders dichter bij de natuur en konden zo aardig voorspellingen doen.
Boeren, schapenhoeders, vissers en zeemannen leerden de tekens van de natuur zo te interpreteren dat ze iets konden zeggen over wat voor weer er op komst was.    
Elke maand kent zijn eigen weerspreuken.

Uw huisdier is misschien minder betrouwbaar als het om het voorspellen van het weer gaat dan een meteoroloog, maar toch reageren diern eerder dan mensen op bepaalde weerpatronen. Honden en katten bijvoorbeeld schijnen aan te voelen dat er een tornado op komst is, en eekhoorns lijken te weten dat het een koude winter wordt en verzamelen dan veel meer noten dan anders. Dit dierengedrag wordt in veel spreuken en gezegdes aangehaald.